Do You Need Prescription For Viagra In Spain
Op 1 april 2008 ben ik tijdens de jaarvergadering van de BNP voorgedragen en vervolgens benoemd als bestuurslid. De korte introductie die ik daar hield over mijn achtergrond en beweegredenen om dit werk te gaan doen, zal ik hier iets uitgebreider onder uw aandacht brengen. Het geeft u een indruk van wie ik ben en waar ik me samen met u en het bondsbestuur de komende tijd op wil bezinnen. Vandaar de vraagtekens die u tegenkomt.
Ik ben opgegroeid buiten de grenzen van ons kleine land en buiten de grenzen van welke Nederlandse kerk dan ook. Als kind van een Nederlands Hervormde dominee en een Duitse theologe in zendingsdienst kreeg ik veel mee over de situatie van de Sundanese kerk op West-Java in de jaren na de ‘communistische’ coupe in 1965. Het beïnvloedde mijn latere visie op kerk-zijn. ‘Zout der aarde zijn’, daar gaat het om. De kerk in Nederland waar ik in mijn tienerjaren in terecht kwam was er een van traditie, van gekibbel over Hervormd of Gereformeerd, van belijdenis doen, omdat oma dat zo fijn vindt. Bij mijn keuze om theologie te gaan studeren stond voor mij al vast dat ik de grens weer over zou gaan. Een buitengewoon boeiende tijd heb ik doorgebracht in Zuid-Korea aan het einde van mijn studie, in het jaar van de revolutie 1987-1988. Het marginale zout van de Minjung-theologie en het ‘booming’ zout van veel Presbyteriaanse kerken nam ik in mij op. Het smaakte naar meer… Mijn verblijf in Oost-Java van 1992-1996 bevestigde mijn voorgaande ervaringen over ‘zout der aarde zijn’.
Als scholier woonde ik in een monumentale pastorie met een halve hectare paradijstuin erom heen. Prachtig, tot de winter kwam… en de wind door de kamers joeg. Pure nostalgie. De moestuin en boomgaard verschaften extra inkomen voor wat eruit ging aan stookkosten. De Belastingdienst was toen nog vriendelijk, maar maakt nu toch echt wel duidelijk dat predikanten boven hun stand wonen. Tijd voor bezinning dus. Niet over de vraag naar traktementsverhoging, maar hoe je de onredelijk hoge kosten kan terugdringen. Daar zijn vele antwoorden op mogelijk. Inmiddels woon ik zelf al 4 jaar in een gewoon huurhuis – de gemeente hielp bij het vinden daarvan – en zie met genoegen dat mijn stookkosten zijn gehalveerd in vergelijking met die van de vorige pastorie. Goed voor het milieu! Het gemis aan een studeerkamer voel ik niet. Ik denk weer aan Java waar ik ooit een collega bezocht die in zijn slaapkamer een tafeltje tegen de muur had staan en aan die muur een boekenplankje met een tiental werken. Ik had niet de indruk dat hij door het gemis aan een studeerkamer zijn werk niet naar behoren kon doen.
Een hot issue is de vraag binnen de kerk in hoeverre HBO-theologen toegelaten kunnen worden tot het ambt van predikant. Vanuit de gemeente klinken argumenten over de hoge kosten van academici die door een steeds kleinere groep moeten worden opgebracht. Bovendien : ‘sommige Hbo’ers preken veel aansprekender, zijn praktischer en komen zo dichter bij de mensen’. Ik onderschrijf dat er academisch gevormde predikanten zijn die niet aanspreken, weinig met beide benen in deze wereld en soms ver van mensen af staan. Maar wat ik mis in de discussie tot nu toe is het feit dat, voordat je je bezint over de werkers in de kerk, je je eerst zou moeten bezinnen op de vraag hoe de slinkende kerk haar missie ziet. En wat is daar voor personeel voor nodig? Na die grondige bezinning wordt in mijn ogen de hele discussie over HBOers versus academici minder gewichtig. Wellicht komt er een tijd dat we helemaal geen beroepswerkers meer kunnen betalen. Dan komt de tijd van de tentenmakers.
Een aantal jaren geleden hield ik een inleiding over de toekomst van de kerk. Ik vertelde dat ik niet uitsloot dat er binnen afzienbare tijd steeds minder betaalde predikanten in dienst zouden zijn. Wij moeten er op voorbereid zijn, zo zei ik, dat we ‘gewoon’ werk moeten gaan zoeken zoals elke andere Nederlander. Maar dan hoop ik dat ik als vrijwilliger mijn theologische bagage ten dienste van de gemeente stel. Paulus preekte immers ook in zijn vrije tijd en hield toespraken in de avonduren. Overdag werkte hij als tentenmaker. Wij zijn toch niet meer dan Paulus?
De BNP is er om de beroepsbelangen van predikanten te behartigen. Dat doet zij in een veranderende samenleving en in een veranderende kerk. Dat betekent dat ooit verworven rechten en privileges niet meer vanzelfsprekend zijn. Maar is dat erg? In mijn ogen biedt het ons juist mogelijkheden voor broodnodige vernieuwing in visies op het ambt. Misschien moeten we wel terug naar de oorsprong ervan, daar waar de Heer ons simpelweg vroeg ‘zout der aarde’ te zijn. Toen. Opnieuw! Ik heb er zin in.
Bondsbureau.
Cornelis Houtmanstraat 2.
3572 LV Utrecht.
Telefoon 030 2 71 61 33.
Fax 030 2 73 34 29.
Bank nr.: NL13 INGB 0000 064000.
e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.